Waar vindt je ze?

Babybomen kun je overal tegenkomen. Bomen vermeerderen zich via haar zaden door de lucht en zo kun je ze overal tegenkomen. En sommige bomen doen dit met haar wortels. Deze babybomen vindt je vaak dicht bij de moederboom.

Je kunt op onderzoek uitgaan in je tuin, schooltuin of straat. Ze kunnen in de aarde staan maar ook in de smalle richels tussen de stenen.

Als je ze wilt zoeken in het bos of park moet je daar toestemming voor vragen bij de beheerders zoals de boswachter in het bos.

Hoe zien ze eruit?

Babybomen zien eruit als hele kleine plantjes. Ze zien er niet meteen uit als echte bomen. Ze hebben eerst baby blaadjes (ronde blaadjes) en dan pas hun eigen echte blaadjes. Je kunt ze vinden tussen de andere planten. Vaak staan ze in groepjes dus dan zie je al snel dat het dezelfde babybomen zijn.

Ook staan ze nog vaak in de schaduw omdat ze nog niet super veel licht kunnen hebben. Dat is gewoon nog te warm voor ze. Je vader of moeder kan misschien helpen zoeken.

Als je er een hebt gevonden vind je vaak ook de anderen. Ze zien er, als ze meer dan een jaar oud zijn, uit als een mini versie van de grote boom. Zeker als ze de 2e set bladeren al hebben gekregen. De moederboom staat vaak niet heel erg ver weg. Kijk even goed om je heen welke bomen er op lijken: naar de kleur en structuur van de bast en de vorm van het blad. Zijn ze al een jaar of ouder dan hebben ze wat langere stengels en meer herkenbare bladeren.

Uitgezaaid en verschillend

Bomen proberen op een zo slim mogelijk manier hun zaden te verspreiden. En dat doen ze allemaal op hun eigen manier. Deze verschillende manieren hebben ze bedacht zodat ze allemaal goed kunnen overleven als soort. Daarom zijn ze allemaal verschillend. Dat is ook zo voor dieren en mensen.

In deze video wordt uitgelegd hoe Charles Darwin dit heeft ontdekt:

Sommige hebben propellertjes of zijn zo licht dat ze kilometers ver weg worden geblazen.

Anderen zijn weer wat groter en harder. Zij worden gegeten door dieren die ze in hun buik meenemen. Ze poepen ze weer uit wanneer ze op een plek verderop zijn. Daar schiet het zaad weer wortel om een boom te worden.

Via haar wortels

Andere bomen hebben bedacht dat ze hun wortels flink uit laten groeien onder de grond. Vanuit deze wortels zoekt zij een goed plekje om een nieuwe babyboom weer op te laten komen. 

Als je deze eruit wilt halen leg je de wortels bloot en zorgt dat en een stuk wortel aan blijft zitten zodat hij goed verder kan groeien. Deze wortels zijn vaak wat taai. Hiervoor heb je een scherp schepje of snoeischaar nodig om door te knippen.

Zorg wel dat voor deze babyboom genoeg wortels overblijven om voedsel uit de aarde te halen.

Wat heb je nodig?

Als je weet waar ze staan is het tijd om ze te verzamelen. Daarvoor het je het volgende nodig:

• schepje
• snoeischaar, kleine zaag of kartelmes
• gieter
• potjes
• aarde

Gevoelige worteltjes

Omdat ze nog zo klein zijn hebben babybomen super kleine breekbare worteltjes. Hier moeten we dus voorzichtig mee omgaan. Je kunt met je schepje een cirkel eromheen prikken. Zo ontdek je ook of ze op een wortel groeien of via een zaadje zijn gegroeid.

Als er een wortel is, voel je meteen dat er iets niet door wil breken. Maak dan met je vingers een gaatje in de aarde om te voelen en te zien of er een wortel is. Het kan natuurlijk ook een steen zijn.

Als het makkelijk gaat dan kun je dit omcirkelde en uitgestoken stukje aarde eruit scheppen en in een potje doen.

Kom je een wortel tegen dan zit die vaak aan 2 kanten vast aan de babyboom. Pak dan je schaar, mini zaag of mes. Zorg dat de babyboom een zo lang mogelijke wortel overhoudt om straks voedsel uit te grond te halen. Knip of zaag je deze te kort af dan is de kans groot dat hij straks niet meer leeft. Zaag of knip nu aan twee kanten de wortel door en zet ook deze in een potje.

Woon je in Rotterdam?

Woon je in Rotterdam dan kun je de verzamelde babybomen komen brengen naar een speciale bomenparkeerplaats. We delen ze daarna weer voor je uit.

We halen ze bij de bomenparkeerplaats op en verdelen ze gratis aan de Rotterdammers. We houden op onze website precies bij hoeveel bomen we samen hebben uitgedeeld.

Vindt hier de bomenparkeerplaats bij jou in de buurt in Rotterdam

Zo verkoelen we samen onze mooie straat, dorp of stad.

In je eigen buurt

Samen met je ouders kun je bij je buren, in je straat of aan je vrienden vragen of zij een babyboom willen hebben voor in hun eigen tuin of op hun balkon. Fijn als je ons laten weten hoeveel je er hebt uitgedeeld via mail@cooldowncity.com.

Of begin je eigen bomenparkeerplaats. Stuur een mail naar mail@cooldowncity.com en vertel ons waar je hem wilt beginnen. Dan kunnen we samen kijken wat ervoor nodig is.

Als we samen de hoeveelheid uitgedeelde babybomen bijhouden kunnen we aan iedereen laten zien wat de kracht van jou als koele kid in je buurt is.

Schaduw nodig

Omdat het op dit moment vaak of te warm of te nat wordt in onze straten en op de aarde hebben mensen, dieren en planten het lastig. Ze zijn niet gewend aan zoveel zon en zulke grote regenbuien. Het is hierdoor vaker te droog, te warm of juist ineens te nat om goed te groeien, voedsel te vinden en fijn te leven.

Daarnaast houden de stenen van de huizen en het asfalt van de weg heel veel warmte vast waardoor het in de zomer te weinig afkoelt in de avond en nacht. En daar heeft iedereen last van. Je kunt niet goed slapen en vindt het lastig om overdag je hoofd bij schoolwerk te houden. Dat wordt ook wel hittestress genoemd.

Water vasthouden

Bomen en planten zijn dit niet zo gewend en hebben moeite om genoeg water vast te houden als de bodem erg droog is en de voedselstoffen spoelen niet in de aarde maar juist snel weg als het hard regent.

We moeten de planten en dieren dus helpen. Dit kunnen we doen door meer bomen en planten neer te zetten. Samen kunnen ze het beter aan. Het zijn namelijk goede buren van elkaar die elkaar helpen in moeilijke tijden.

Ook geven ze veel schaduw voor de mensen zodat ze beter kunnen slapen en fijner kunnen werken in een koelere omgeving.