SCHIETWILG (Salix Alba)
GROND SOORT
Een schietwilg doet het goed op een vochthoudende tot natte en voedselrijke bodem. Zwak zure tot basische gronden zijn geschikt. Ze wortelen oppervlakkig, verdragen verharding, maar drukken dit snel op.
NAT OF DROOG
Voorkeur voor vochtige bodems, maar groeit ook nog op iets drogere bodems – verdraagt hoge grondwaterstanden en tijdelijke overstromingen
RUIMTE
Een schietwilg kan tot 20 meter hoog worden en tot 15 meter breed.
LICHT
Schietwilgen vereisen een zonnige standplaats.
STAM EN KROON
BLOEIWIJZE
INSECTEN
De honingbij (Apis melifera) is de bekendste bijensoort. Hij speelt een belangrijke rol als bestuiver van vele plantensoorten. Hier op een wilgenkatje. Foto door: Frido van Hertum
Welbeschouwd is de (geknotte) wilg een wonder van biodiversiteit. Tussen de takken wemelt het van de muggen en andere insecten. Insecten trekken vogels aan, zoals spreeuwen, mezen en boerenzwaluwen.
Veel vogels vinden een broedplaats in de pruik van de wilg.
De witte bloemen geven een heerlijke, zoete honinggeur af, wat vervolgens werkt als lokaas voor bijen en vlinders.
Oude wilgen bieden door hun dichte kruin en vaak holle stam veel nest en schuilgelegenheid voor vogels, marters muizen padden, salamanders en steenuilen.
De wilgenhoutvlinder is een nachtvlinder en groeit op de wilg uit van rups tot vlinder. Vooral oude wilgen in een vochtige omgeving zijn een favoriete waardplant van deze vlinder. Foto door: Frido van Hertum
De wilgenprachtkever is een kleine kever. Hij komt vaak voor op de wilg. Voor de kever die zijn eitjes op de bladeren legt is de wilg een waardplant (gastheer). Foto door: Frido van Hertum
ONDERHOUD
SNOEIEN
De schietwilg is een snelgroeiende boom. De schietwilg verdraagt zware snoei goed en wordt vaak beheerd als knotboom en is daarmee onlosmakelijk verbonden met ons Nederlands landschap. Wilgentakken worden al van oudsher gebruikt voor het vlechten van bijvoorbeeld manden en natuurlijke afrasteringen.
De boom hoeft niet echt gesnoeid te worden. Om de boom in model te houden kan men in het voorjaar en/of in de zomer de lange scheuten inkorten om de vorm van de boom te behouden.
Bij knotten worden eens om de drie jaar alle takken boven de stam weggesnoeid.
Als een wilg eenmaal geknot is, zal men dit moeten blijven doen, omdat anders een topzware boom ontstaat met een zwakke kroon die gemakkelijk kan afbreken.
ENGLISH
Of stuur ons een e-mail!
mail@cooldowncity.com