GROND SOORT

De gele treurwilg doet het goed op alle gronden, van neutraal, tot zuur of kalkhoudend, hij voelt zich overal thuis.

NAT OF DROOG

Deze boomsoort houdt wel van een vochtige grond en doet het goed in de buurt van vijvers, beken, sloten, kanalen kortom aan de waterkant. Bijzonder mooi is wanneer zijn takken tot in het water kunnen hangen.

RUIMTE

De boom kan 20 meter hoog worden. Verder kan hij 25 meter breed worden.

LICHT

Het liefst staat de gele treurwilg in de zon of in half schaduw.

Snoeien

Het is niet nodig een treurwilg te snoeien. Zijn natuurlijke vorm is sierlijk. Als je wilgen snoeit, ontstaat er een soort pruik; een knotwilg. Eventueel kun je wel de boom opkronen. Dat wil zeggen de lagere takken van de boom snoeien. Op deze manier ontstaat er een ruimte onder de treurwilg. Schakel het liefst een hovenier in voor dit gespecialiseerde karwei.

Doe het knotten van een wilg in de winter. Zaag de takken af tot waar de knot moet komen, bedenk dat wilgen hout erg zacht is en makkelijk splijt en breekt, wanneer een dikke tak horizontaal hangt zal die zeker gaan scheuren bij het afzagen. Mogelijk is om de tak tijdelijk te ondersteunen, ook kan: eerst van onder voor de helft inzagen, daarna van boven.